Auteur: <span>Diana van Dijken</span>

Dit is waarom steeds meer vrouwen van 40+ een verstoorde relatie met eten en hun lijf hebben.

National Geographic publiceerde vorige week een artikel met de kop “Steeds meer vrouwen in de menopauze kampen met een eetstoornis. Hoe komt dat?” en daar ging ik uiteraard meteen van “aan”. Want als vrouw in de perimenopauze die wekelijks veel vrouwen ziet en spreekt die tevens in de perimenopauze zitten, die stuk …

Dit is waarom jij ‘s avonds snoept.

Gaat het bij jou overdag best prima met eten, maar gaat het dan ‘s avonds toch “mis”? Ga je dan snoepen? Grijp je dan naar de koekjes, chips of m&m’s terwijl je dat eigenlijk niet wilt? Dat zou te maken kunnen hebben met één van de volgende redenen.

  • Je slaat je ontbijt over en staat daardoor al meteen met 1-0 achter. De rest van de dag heb je trek, maar je houdt je aan je eetplan en ‘s avonds lukt dat gewoon echt niet meer. Vooral snoepen is dan aantrekkelijk, of dat nu chips, koek of chocolade is. Als het maar veel en snel energie geeft.
  • In plaats van een voedzaam tussendoortje op het moment dat je trek hebt, kies je voor een kop koffie, kopje thee of een glas water. Voor even geeft dat best een gevuld gevoel. Maar uiteindelijk heb je aan het einde van de dag waarschijnlijk toch minder gegeten dan waar je echt behoefte aan had. En hoogstwaarschijnlijk ook te weinig echt lekkere dingen.
  • Je neemt een lichte lunch omdat je eigenlijk wat calorieën wilt besparen. En aangezien koolhydraten de vijand zijn (dat is overigens niet zo!), ga je dus voor een salade. Ook daardoor eet je minder dan waar je lichaam echt behoefte aan heeft en is de kans groot dat je ‘s avonds op de bank doorslaat in eten en vooral snoepen.
  • Gedurende de dag eet je vooral dingen waarvan je vindt dat ze “goed” zijn of “gezond”. Maar niet per se die dingen die jij echt heel lekker vindt. Daardoor loop je genot mis en is de kans groot dat je ‘s avonds op de bank snakt naar koek, snoep of chips. Naar iets wat je wel echt lekker vindt.
  • Je eet net even te vaak met afleiding. Ondertussen ben je nog aan het werk, check je je socials of zit je televisie te kijken. Je brein registreert op dat moment niet echt goed dat jij aan het eten bent en daardoor blijft de drang naar eten in stand. En gek genoeg pakken we dan in de avond zelden nog een dubbele boterham met kaas, komkommer en ei en gaan we voor snelle energie, gemak en genot. Hallo roze koek!
  • Of misschien ga jij gewoon pas eten op het moment dat je echt honger hebt. Flinke Hollandse honger. Over het algemeen eten we dan sneller, zijn we dus ook sneller klaar en stiekem ook minder goed verzadigd. Ook dan blijven we zin houden in eten. Overdag kun je jezelf daar misschien nog wel overheen zetten, maar tegen de tijd dat het avond is, je wat vermoeider begint te worden en ook wel klaar bent met de dag, resulteert dat in snoepen.

Psychologische verklaringen voor snoepen.

Er zijn ook nog een aantal andere redenen voor het snoepen in de avond en die gaan een stuk dieper. Waar het bij deze verklaringen op neer komt is dat jij jezelf gaat belonen, troosten en compenseren omdat je overdag simpelweg te weinig tijd hebt gehad voor jezelf, je over je grenzen heen bent/hebt laten gaan, je geen voldoening hebt gehaald uit je dag, gewoon hartstikke moe bent, je geen ruimte hebt gemaakt voor je eigen emoties of het de hele dag al zo “goed” hebt gedaan. Je hebt niet geluisterd naar je werkelijke behoeftes en dat resulteert bijzonder vaak in eten uit beloning, troosten en compensatie.

Te weinig tijd voor jezelf.

Veel vrouwen hebben weinig tijd voor zichzelf en proberen dat in de avond “goed te maken”. Eten en “lekkers” in het bijzonder, gebruiken ze dan bijvoorbeeld om dat gebrek aan tijd voor zichzelf te compenseren. Maar geen enkele hoeveelheid chocola of chips kan dat gebrek daadwerkelijk compenseren. En het levert ook echt niet hetzelfde gevoel of dezelfde beleving op als een half uurtje lezen, een uurtje de stad in of in alle rust buiten kunnen zitten. Toch is dat wel wat we proberen voor elkaar te krijgen met dat lekkers, datzelfde gevoel ervaren. En voor even werkt het ook best prima natuurlijk. Als je iets eet wat je lekker vindt, maak je dopamine aan, voel je je even wat beter en heb je bereikt wat je zocht; een fijn gevoel. Alleen dat gevoel blijft niet. En het is ook een veel oppervlakkiger gevoel, dan iets doen wat je echt leuk vindt. Iets doen voor jezelf. Bijkomen. Uitrusten. Even niet bezig zijn met iets of iemand anders. En juist omdat het niet echt werkt, kun je het gevoel hebben dat je meer lekkers nodig hebt. Meer snoep. Meer koek. Maar “meer” is niet de oplossing en is niet wat je nodig hebt. Je hebt tijd voor jezelf nodig, dus hoe ga je die vrijmaken?

Over je grenzen gaan of heen laten gaan.

Ook wanneer je over je grenzen heen bent gegaan, fysiek, mentaal of emotioneel, ligt snoepen of overeten in de avond op de loer. Ons systeem vraagt dan om een soort van compensatie, beloning of troost en dat uit koek of snoep halen (of waar jij maar blij van wordt) is heel aantrekkelijk. En vooral ook makkelijker dan aan jezelf toegeven dat je weer over je grenzen bent heen gegaan en dat je dat zou moeten of willen veranderen. Wanneer iemand anders over onze grenzen gaat, op welke manier dan ook, is eten net zo goed een fijne manier om dat te compenseren. Het is toch even een soort van pleister op de wond. Maar eigenlijk moeten we iets met die wond. Want waarom gaan we steeds weer over onze eigen grenzen heen? Of waarom laten we die ander eroverheen gaan?

Geen voldoening.

Snoepen doordat je te weinig voldoening haalt uit je dag, heeft voornamelijk te maken met een gebrek aan diepe mentale voldoening, wat je probeert goed te maken met oppervlakkig genot uit lekkers. Wederom begrijpelijk, maar het levert je zo weinig op. Want hoeveel chokotoffs je ook eet, dat compenseert niet dat je je baan stom vindt, je het saai vindt op je “mama-dag” of dat je relatie niet goed zit. En als je weinig voldoening haalt uit je dagen is dat een duidelijk teken aan de wand, daar mag je wat mee doen. Want waar zou je wel echte voldoening uit kunnen halen?

Je bent moe!

Snoepen bij vermoeidheid is voor heel veel vrouwen herkenbaar en ook echt heel erg begrijpelijk. Snoepen levert energie op en als je moe bent is dat precies waar je lijf om vraagt. Dat die energie ook uit iets anders zou kunnen komen, vergeten we voor het gemak vaak even. Juist ‘s avonds. Want dan wint onze drang naar gemak en genot een stuk makkelijker, juist omdat we dan al moe zijn van de dag die voor ons lag. En dat je ‘s avonds vermoeider bent dan midden op de dag is niet gek, maar als je er vanaf het begin van de avond al “af ligt”, dan zegt dat misschien wel iets over je algehele energiepeil, je energieverdeling over de dag heen of je kwantiteit en kwaliteit van slaap. Goed om daar eens bij stil te staan, in plaats van jezelf op de been te houden met chips, chocola of koffie…

Geen ruimte voor je emoties.

In de avond snoepen, en dan vooral meer snoepen dan je zou willen, kan ook te maken hebben met je emoties. Wanneer je overdag weinig ruimte maakt voor je emoties, maar doorgaat, eroverheen stapt of ze negeert, dan kan dat je in de avond opbreken. Eten om onszelf te troosten, te dempen of te verdoven komt veel voor. En vooral in de avond, als je er al een lange dag op hebt zitten, vermoeider bent en dus wellicht al de hele dag geen ruimte hebt gemaakt voor je emoties, lonkt die zak chips, dat pak mergpijpjes of die reep chocola. Geen wonder dat het dan zo moeilijk kan zijn om er vanaf te blijven. En niet omdat je er vanaf zou moeten blijven, maar omdat het zo fijn is als je er echt van kunt genieten.

Je hebt het de hele dag zo “goed” gedaan.

Ook het fenomeen “goed doen” speelt voor veel vrouwen een rol. Of dat nu gaat om je “goed” gedragen; op je tenen lopen, constant je best doen, doen wat hoort of om “goed” eten; niet snoepen, je eigen eetregels opvolgen, zo min mogelijk eten, of een dieet volgen. Des te meer je je probeert te gedragen zoals het volgens jou “hoort” en het allemaal “goed” probeert te doen, des te meer je systeem aan het einde van de dag verlangt naar compensatie, genot, stout en jezelf mogen belonen. Tijd dus om eindelijk eens naar je eigen behoeftes te gaan luisteren en dat hele idee van het “goed doen” los te leren laten.

Gezonde relatie met eten.

En laat dat nu net zijn wat er bij het ontwikkelen van een gezonde relatie met eten en jezelf centraal staat. Het leren luisteren en handelen naar je werkelijke behoeftes, zodat eten geen rol hoeft te vertolken die het niet kan vervullen en waarmaken. In mijn gratis webinar leg ik je meer uit over wat een gezonde relatie met eten en jezelf nu eigenlijk inhoudt, waarom het zo belangrijk is om in te zetten op die relatie i.p.v. op afvallen, minder snoepen of gezonder eten en wat dan wel effectief is als jij de regie op je eetgedrag terug wilt pakken.

Via deze link kun je het webinar aanvragen en na registratie meteen terugkijken.

Deze blog is geschreven door Diana van Dijken – Voedingspsycholoog. Expert in de Psychologie van Eetgedrag en het ontwikkelen van een gezonde relatie met eten en jezelf. 

Volg je me al op Facebook en Instagram

Voorkeur voor suiker niet zomaar af te leren?

Afgelopen week werd ik vanuit allerlei hoeken geattendeerd op een onderzoek van de Wageningen Universiteit. Daaruit blijkt dat mensen na zes maanden zoetarme voeding nog net zo dol zijn op zoet (suiker) als daarvoor. Wie juist extra zoete voeding kreeg, ging zoet niet lekkerder vinden. “Onze voorkeur voor zoet blijkt hardnekkiger dan gedacht”, concludeert promovendus Eva Čad dan ook. Ik zet hier zo mijn kanttekeningen en mijn vraagtekens bij. Maar eerst even de opzet van het onderzoek.  

Opzet onderzoek zoetbehoefte.

Čad zette een langdurige interventiestudie op met 180 proefpersonen. Zij kregen zes maanden lang ontbijt, lunch en snacks thuisbezorgd, met daarin veel, weinig of een gemiddelde hoeveelheid zoete producten. Dat ging om producten gezoet met suiker en zoetstoffen. Waar de zoetarme groep bijvoorbeeld naturel yoghurt en paprikaspread kreeg, kreeg de zoete groep fruitige yoghurt en zoete pindakaas. De middelste groep kreeg zowel de zoete als de niet-zoete producten. 

Voor, tijdens en na het onderzoek deden de proefpersonen een uitgebreide smaaktest met producten zoals cake, custard en limonade, elk in vijf verschillende zoetheidsniveaus: van nauwelijks zoet tot extreem zoet. De onderzoekers vroegen hoe lekker de proefpersonen deze producten vonden en hoe zoet ze die vonden smaken. Die beoordeling veranderde nauwelijks gedurende het onderzoek, ongeacht het voedingspatroon. “Ik had verwacht dat de voorkeur zou verschuiven”, zegt Čad. “Dat mensen die zoeter aten ook zoetere producten lekkerder gingen vinden, en andersom. Maar dat gebeurde dus niet.” 

De resultaten maken daardoor, wat haar betreft, duidelijk dat onze voorkeur voor zoet stevig verankerd zit. Die voorkeur laat zich niet zomaar bijstellen middels zes maanden aangepaste voeding, in elk geval niet bij volwassenen. “Het idee was dat als je minder zoet eet, je zoet voedsel minder lekker gaat vinden en daardoor minder suiker – en dus minder calorieën – gaat consumeren”, zegt Monica Mars, universitair hoofddocent Humane Voeding en Gezondheid. Zelfs grote, officiële organisaties noemen dat als mogelijke oplossing voor “obesitas” of overconsumptie. “Onze studie laat zien dat dit waarschijnlijk geen effectieve strategie is voor de volksgezondheid. We moeten inzetten op andere voedingsrichtlijnen, die wel gebaseerd zijn op wetenschappelijk bewijs.” Als je als individu weinig invloed hebt op je smaakvoorkeur, ligt er misschien juist meer verantwoordelijkheid bij de omgeving, bijvoorbeeld bij de voedingsindustrie.

De opzet van het onderzoek was zo eerlijk mogelijk. In elke groep zaten evenveel mannen, vrouwen, en zoetekauwen (hoe ze dat hebben vastgesteld kan ik helaas niet achterhalen) en gemiddeld gezien hadden de mensen een vergelijkbare leeftijd en BMI. Deelnemers wisten bovendien niet wat het doel van het onderzoek was, en doordat ze hun eten thuis ontvingen, konden ze hun producten ook niet met dat van anderen vergelijken. 

De deelnemers kregen instructies over wat ze op welke dag moesten eten, maar mochten zelf bepalen hoeveel ze aten en hielden dat bij in een voedingsdagboek. Ook hadden ze geregeld contact met een diëtist. Zo konden de onderzoekers goed monitoren of mensen zich aan het eetpatroon hielden. Uit urinemonsters bleek bovendien dat de zoetstoffen uit de producten daadwerkelijk waren geconsumeerd. “Dat gaf ons vertrouwen dat mensen de aangeleverde producten daadwerkelijk aten”, aldus Čad.

Kanttekeningen – de psychologie van eetgedrag.

Ik las de berichten van NTR Wetenschap, Editie NL en nieuws voor diëtisten, die allemaal dezelfde boodschap deelden “Voorkeur voor zoet is niet zomaar af te leren”, “Het ligt niet aan jou als je niet van de suikerrijke producten kunt afblijven” en “Eens een zoetekauw, altijd een zoetekauw” en toen kon ik niet anders dan me toch in de discussie mengen. Want zoals zo vaak, wordt er helemaal geen aandacht besteed aan de psychologie van eetgedrag. Aan hoe restrictie en escalatie werkt en hoeveel impact het morele oordeel over eten (en in het bijzonder suiker) heeft op onze relatie met eten.

Mentale restrictie.

Mentale restrictie wil (kort samengevat) zeggen dat je van jezelf bepaalde producten niet mag eten, terwijl je die wel heel lekker vindt en eigenlijk wel zou willen eten. Bepaalde oordelen hebben over eten (zoals “suiker is slecht”), kun je ook zien als een vorm van mentale restrictie. Je ervaart dan dus geen onvoorwaardelijke toestemming om te mogen eten wat je wilt, zoveel als je wilt en/of wanneer je maar wilt. In dit onderzoek is bij de conclusies die worden getrokken, duidelijk geen rekening gehouden met het gegeven dat als je langere tijd geen zoete dingen mag eten terwijl je die wel lekker vindt, je ze daarna juist weer heel erg lekker vindt. Dat iemand zoet minder lekker gaat vinden, puur door het niet te mogen eten, valt dan ook absoluut niet te verwachten.

De groep die 6 maanden lang weinig zoetigheid kreeg voorgeschoteld en geen invloed had op wat ze te eten kregen, gaven na 6 maanden aan zoetigheid nog net zo lekker te vinden. Als psycholoog zou ik bijna willen zeggen “ja, duh. Dat had ik je zonder onderzoek ook wel kunnen vertellen!!” De groep die wel zoet at gedurende het onderzoek, gaf daarna aan de zoetigheid nog steeds op dezelfde te ervaren als ervoor. Ook dat valt te verwachten. Want mag je juist onbeperkt zoet eten, dan neemt de aantrekkingskracht af. Het wordt niet interessanter, eerder minder interessant. Maar de onderzoekers hadden verwacht dat ze dan juist meer behoefte zouden krijgen aan zoetigheid. Maar zo werkt het psychologische mechanisme gewoonweg niet. Onvoorwaardelijke toestemming leidt tot rust rondom eten. Niet tot een grotere behoefte aan suikers…

Conclusies.

De conclusie dat onze voorkeur voor zoet hardnekkiger blijkt dan gedacht, kan op heel veel verschillende manieren worden verklaard. Niet alleen op basis van of smaakvoorkeuren wel of niet kunnen veranderen. Als wetenschapper blijf ik me dan ook verbazen over hoe makkelijk er conclusies worden getrokken, terwijl er andere onderliggende veroorzakende factoren (tevens) een rol kunnen spelen. En dat de psychologie van eetgedrag daarin vrijwel consequent over het hoofd wordt gezien, blijft me ook nog steeds verbazen.

Daarnaast worden de conclusies verbonden aan gezondheidsadviezen m.b.t. de volksgezondheid, de voedingsindustrie en mogelijke oplossingen voor overconsumptie of “obesitas”. Maar er wordt volledig voorbij gegaan aan de rol die deze adviezen hebben gespeeld in de afgelopen decennia.

Suiker is geen vergif.

Want suiker keer op keer in een demoniserende rol plaatsen, heeft de afgelopen decennia in ieder geval niet geholpen in het mensen toe helpen naar een gezonder en gevarieerder eetpatroon. Waarin producten met suiker overigens prima een rol kunnen spelen. Want suiker is geen vergif en is ook niet verslavend. En het in een kwaad daglicht zetten blijkt gek genoeg (of eigenlijk precies zoals een psycholoog zou verwachten) niet te werken. Ook niet bij kinderen overigens. Wil je daar meer over weten, check dan vooral de cursus Intuïtief eten voor kinderen – voor ouders, verzorgers en professionals en het blog over de gezonde school. Die een stuk minder gezond is, dan je misschien zou denken.

Gezonde relatie met eten.

Mensen met een gezonde relatie met eten, ervaren rust rondom eten, snappen beter wat hun behoeftes zijn en hoe daarnaar te handelen en hebben vaak ook een gezonder en gevarieerder eetpatroon. Voor het ontwikkelen van die gezondere relatie met eten is bewustwording absoluut een sleutelwoord. En snappen hoe het werkt qua restrictie en escalatie, zodat je zelf kunt ervaren wat de impact is van restrictie op jouw eetgedrag is heel waardevol. En dat is dus ook een onderwerp waar we in een persoonlijk begeleidingstraject uitgebreid mee aan de slag gaan.

.

Dit artikel is geschreven door drs. Diana van Dijken. Sinds 2015 werkzaam als Voedingspsycholoog, expert in de psychologie van eetgedrag en het ontwikkelen van een gezonde relatie met eten en jezelf, eigenaar van het Centrum voor Intuïtief Eten en medeoprichter van Gewichtsneutraal Netwerk Nederland

Zo rust jij wel uit in het weekend

Hoe ervaar je meer rust in het weekend?

Merk jij ook dat je na het weekend helemaal niet echt uitgerust bent? Dat je na het weekend juist weer toe bent aan weekend? Dan ben je niet de enige. Veel vrouwen die ik spreek in mijn praktijk, maar ook om me heen, zijn in het weekend hartstikke druk. Niet met hun werk of bedrijf (en soms ook wel natuurlijk), maar met name met onbetaald (zorg)werk. 

Het weekend als 2e werkweek.

Het weekend wordt volgepland met huishoudelijke klusjes in en rondom het huis, de boodschappen, de voetbalwedstrijd van je dochter kijken, de achterstallige was wegwerken, zoonlief naar zijn dansvoorstelling brengen, de kledingkasten uitmesten, zorgen dat de administratie weer op orde is en achter ieders kont aan de puinzooi opruimen. En dan moet er natuurlijk ook nog een bezoekje worden gebracht aan familie of vrienden, wat aandacht aan de partner worden besteed en laten we vooral de sportschool niet vergeten. 

Geen wonder dat je dan na het weekend weer toe bent aan weekend. Aan een vrije dag of op z’n minst een paar vrije uren. Aan wat tijd voor jezelf om gewoon even precies te doen waar je zin in hebt. 

Je bent geen superheld en dat hoeft ook niet!

Herkenbaar? Dan is deze blog voor jou. Want het kan anders. Echt. En dat begint (inkoppertje wellicht) bij een goede planning. En die planning staat bij voorkeur niet te vol. Iets met verwachtingsmanagement en de lat een flink stuk lager leggen. Dus niet èn tig sociale verplichtingen èn van jezelf verwachten dat je huis en tuin op orde zijn. Niet èn aanbieden te rijden voor voetbal èn helpen bij de verhuizing van je vriendin. En niet èn alle achterstallige klusjes van de voorgaande week aanpakken èn de hele zaterdagmiddag kijken bij turnen. 

We willen vaak gewoonweg te veel in dat weekend proppen. Dat weekend dat echt maar 2 dagen is. Of als je geluk hebt misschien 3, maar dan nog. Wees eens heel eerlijk, wat wil jij allemaal gedaan krijgen in je weekend? En ligt die lat niet erg hoog? En waarom eigenlijk? Want ook daar zit vaak een aandachtspunt. 

De echte reden dat jij je weekend volpropt.

Want er is een reden dat we het allemaal “willen” of denken te moeten doen. Het huis hoort aan kant te zijn. De tuin onkruidvrij. Want dat laat zien dat je alles op orde hebt. Je hoort bij de hockeywedstrijd te gaan kijken en te rijden naar turnen. En de troep die ze laten slingeren zonder mopperen opruimen, hoort bij je takenpakket. Want dan ben je een goede moeder. Je hoort bij vrienden te gaan eten en familie te helpen klussen. Dan ben je een goede vriendin of zus. En zo zijn er nog vele andere overtuigingen te bedenken, die maken dat jij je weekend te vol plant, te veel van jezelf verwacht en simpelweg amper tijd en ruimte overhoudt voor jezelf en waar jij behoefte aan hebt. 

Tijd voor jezelf claimen? Dit is waarom dat zo lastig is.

Ook daarover hebben we namelijk heel veel overtuigingen. Tijd voor jezelf claimen is “not done”, niet nodig, egoïstisch of onmogelijk. En al helemaal als het ten koste gaat van anderen, je partner of je kinderen, zou je dat niet moeten willen. En je kunt natuurlijk ook pas echt rustig gaan zitten met een boek, puzzel of goed glas wijn als alle rommel is opgeruimd. Anders kùn je gewoonweg niet ontspannen…

Zo vind je de balans.

Maar zou het ook anders kunnen? Zou je ook voor een gulden middenweg kunnen gaan? Zou er ook een balans kunnen zijn tussen inspannen en ontspannen? Tussen verplichtingen en behoeftes? Tussen geven en nemen? Uit (eigen) ervaring kan ik je heel fijn nieuws brengen, en dat is dat dat echt mogelijk is. Ook met 3 kinderen, 2 bedrijven en 1 huishouden. En ook als 1 van die kinderen chronisch ziek is en op zaterdag hulp nodig heeft met school. Ook als 1 van die bedrijven net is overgenomen en gepaard gaat met extra werk, waardoor er andere taken doorschuiven naar het weekend. En ook als dat huis een flinke tuin heeft waar met name in het weekend in gewerkt wordt. 

Waarom delegeren niet egoïstisch is.

Het vergt alleen wel echt die goede planning, een lat die op een realistisch niveau ligt en inzicht in wat jij nodig hebt om in het weekend tot rust te komen, te ontladen en weer op te laden. En ja, het vergt vaak ook een stukje delegeren. Want waarom moet jij eigenlijk al die dingen doen? Zijn het wel allemaal dingen die puur en alleen jouw verantwoordelijk zijn? Of gaat het veelal om gedeelde verantwoordelijkheden die jij voor je rekening neemt? En zijn al die dingen die jij doet voor de kinderen (als je die hebt natuurlijk) echt noodzakelijk? Of kunnen ze veel ook zelf, maar doen ze het simpelweg niet? Delegeren en de taken opnieuw verdelen is soms echt hard nodig. Maar ook daar hebben we overtuigingen over. Dat we het gewoon allemaal zouden moeten kunnen bijvoorbeeld, al die ballen hooghouden. Maar wie zegt dat eigenlijk? 

Je hoeft geen hele dag vrij te hebben om bij te komen.

En tenslotte dan nog even dit. Realiseer je dat je echt geen hele dagen of dagdelen nodig hebt om bij te komen, te ontspannen of iets voor jezelf te doen. Die tijd mag je heus wel nemen, maar is niet altijd nodig. Ook van een uurtje in de zon, een wandeling door het bos of een lunch met een vriendin kun je enorm ontspannen. En dat kan precies zijn wat jij nodig hebt om aan het einde van het weekend, terug te kijken op een geslaagd weekend. Leg ook daarin de lat niet te hoog. 

Hoe ga jij meer rust creëren in het weekend?

Een fijne luistertip over ontspanning in het algemeen is aflevering 42 van de Anti-dieetpodcast, daarin neem ik je mee in de verschillende vormen van ontspanning die er bestaan. Een aanrader al zeg ik het zelf.

Dit artikel is geschreven door drs. Diana van Dijken. Sinds 2015 werkzaam als Voedingspsycholoog, expert in de psychologie van eetgedrag en het ontwikkelen van een gezonde relatie met eten en jezelf, eigenaar van het Centrum voor Intuïtief Eten en medeoprichter van Gewichtsneutraal Netwerk Nederland

Waarom de “Gezonde school” geen gezonde school is.

Begrijp me niet verkeerd, het idee van de “Gezonde school” vind ik in de basis natuurlijk prima. De thema’s die scholen centraal kunnen stellen zijn bijvoorbeeld welbevinden, relaties en seksualiteit, milieu en natuur, media wijsheid, bewegen en sport, en voeding. Onderwerpen die langere tijd vrijwel geen aandacht kregen op school …

Setpoint gewicht

Misschien heb je er al wel eens van gehoord, misschien ook niet, maar er wordt steeds vaker gesproken over het setpoint gewicht. Maar wat is dat dan?  Setpoint gewicht Je setpoint gewicht is het gewicht waar jouw lichaam zich goed bij voelt. Het voor jou gezonde gewicht. Het gewicht waarbij …

Geverifieerd door MonsterInsights